Contant

Net zoals vroeger betalen veel mensen nog altijd met contant geld; chartaal geld als bankbiljetten en munten. Betalen met contant geld houdt dus in dat je met tastbaar geld betaalt. Contant betalen is het tegenovergestelde van fiduciair geld, dat is geld dat geen fysieke waarde heeft. In de landen die zijn aangesloten bij de Euro kun je overal met hetzelfde contant geld betalen. Handig is het feit dat je dus niet eerst je geld hoeft om te wisselen als je op vakantie gaat naar een ander land!

Welk contact geld bestaat er?

Contant geld, ofwel cash geld, is er in verschillende soorten en maten. Met de komst van de euro is het contant geld van vroeger verdwenen; de eenheid van de munten en bankbiljetten is veranderd. Je kunt nu kiezen uit de volgende munten cash geld: vijf cent, tien cent, twintig cent, vijftig cent, een euro en twee euro. De één cent en twee cent zijn alweer verbannen. Het cash geld van biljetten bestaat uit vijf euro, tien euro, twintig euro, vijftig euro, honderd euro, tweehonderd en vijfhonder euro. Nadeel is dat de biljetten makkelijk te vervalsen zijn en je soms zomaar vals cash geld hebt.

Wat zijn de voor- en nadelen?
Met contact betalen kun je afrekenen zonder poespas: je hoeft geen codes in te toetsen en bij pinautomaten zijn af en toe storing-gevoelig. Ook kun je op sommige plaatsen alleen contant betalen. Maar contant geld heeft ook nadelen: als je een grote hoeveelheid los- of briefgeld bij je hebt, dan loop je het risico bestolen te worden. Bovendien is het irritant om een veel losgeld mee te nemen. Bij een bank zie je ook steeds de balans van je geld; als je geld contant betaalt moet je echter alle bonnetjes bewaren voor een duidelijk overzicht. Contant geld storten kost ook meer tijd.

Uiteindelijk zal men steeds minder geld contant betalen, puur voor het gemak!