Het eerste geld

De geldgeschiedenis overbrugt een periode van duizenden jaren. Er is zelfs een wetenschappelijke studie gedaan naar de geschiedenis van geld. Men gebruikte veel materialen voor geld, zoals edel-metalen en schelpen, maar ook kunstmatig geld als bankbiljetten. Deze materialen hebben een symbolische waarde. Nu gebruikt men vooral papieren geld, maar plastic geld en de kredietkaart zijn ook veel gebruikte betaalmiddelen. Goud en zilver hebben echter altijd hun waarde behouden!

Er zijn drie functies als het gaat om geld. Men kan geld gebruiken als tussengoed bij transacties, geld kan dienen als waardemeter voor andere goederen of geld kan dienen als spaarmiddel.

Drie munttradities
In de geschiedenis zijn verder drie munttradities ontstaan: de Indische, De Westerse en de Chinese traditie. De Chinese traditie bestond uit brons gegoten modellen en cash; bronzen munten met een vierkant gat erin, zodat er een touw door het geld heen kon. De Indische traditie bestond uit zilver geld met kleine stempels van planten, dieren en andere figuren. Later kreeg de Griekse mythologie door Alexander de Grote een sterke invloed op deze munteenheid. De Westerse traditie bestond uit een mengsel van goud en zilver, met aan twee kanten een stempel. Een tijd daarna bracht men afbeeldingen aan door persen of slaan en goot men munten.

Papiergeld en kredietkaart
Zoals meestal, was China ook bij papieren geld de voorloper in de wereld. Papiergeld werd voor het eerst gebruikt in China in de 14e eeuw. Het kan echter zo zijn dat men in de 7e eeuw al in papier-geld handelde. De kredietkaart is pas uitgevonden in 1950. In 1957 kwam de kredietkaart in Nederland terecht. Bedrijven als American Express, VISA en MasterCard kwamen op gang.